Vader en zoon (her)ontdekken Twente via het Twentepad

Vader en zoon Brusche op het Twentepad

Wat is er nou mooier dan je zoon een keer meenemen voor een meerdaagse wandeling naar de regio waar je bent geboren en getogen. Dat doet Ger Brusche afgelopen zomer. Voor hem wordt het een herontdekking van het mooie en ooit zo nijvere Twente met zijn textielfabrieken. Samen (her)ontdekken ze het zo unieke coulissen landschap en de terugkeer van de meanderende Dinkel. Daar waar Ger is geboren tussen Dinkel en Regge. Waar hij als kind speelt, fietst en wandelt in de wonderschone natuur. Meer dan 50 jaar geleden verlaat hij Almelo. Vanuit zijn jeugd roepen plaatsnamen als Tubbergen, Manderveen, Vasse en Ootmarsum zoete herinneringen op. Zondags wordt er in de vijftiger jaren gefietst en in de bossen een boterham gegeten uit een papieren zakje. Soms is er aan het einde van de tocht een ijsje. Zijn oudste zoon wil die zoetheid aan den lijve ondervinden. Het Twentepad blijkt de uitgelezen mogelijkheid hiervoor.

De oprijlaan van het kasteel is een majestueuze laan van 3,5 km met aan weerszijden eeuwenoude eikenbomen

DAG 1: Samen met de trein naar het station van Almelo van een typische wederopbouw architectuur uit 1962 van Koen van der Gaast. Dwars door het centrum van de stad voert het pad ons naar Huize Almelo. Nog steeds het thuis van telgen van de adellijke familie Van Rechteren Limpburg. Het kasteel vormt een groene wig in het ‘gemoderniseerde’ centrum. De oprijlaan van het kasteel is een majestueuze laan van 3,5 km met aan weerszijden eeuwenoude eikenbomen. Daar zocht ik als kind de eikels en verkocht deze voor 5 cent per kg aan de pachters van de boerderijen met de geel-rode luiken. Dat zijn de kleuren van de graaf. De eikels dienden als veevoer.

Halverwege de Gravenallee staat het oude Tolhuis. De tarievenlijst uit 1850 hangt nog aan de voorgevel. Hier kreeg ik wel eens een ijsje. Aan het einde van de allee gaat het pad over het Almelo-Nordhorn kanaal over in een verstild voetpad. Hier en daar een verdwaalde visser die me aan mijn vroegere bamboe hengeltje doet denken. Rietvoorns vingen we en af en toe een baars. We vervolgen onze weg en laten de Mariaparochie ( ja inderdaad de parochie van het kerstfeest van Herman Finkers) en de voetbalvelden van MVV links liggen. Nu belanden we in het echte coulissen landschap dat kenmerkend is voor Tukkerland. Kleine weilanden of akkers die begrenst worden door begroeide wallen, meestal van eikenbomen. Tenslotte voert het pad ons naar het einde van de eerste etappe in Tubbergen. Het onderdak bij een vriendin is van sterrenkwaliteit.

Het heide pad brengt ons vlak langs de Duitse grens via een groot beukenbos bij de molen van Bels in Vasse.

DAG 2: De volgende dag voert ons langs de cirkels van Jannink bij het dorpje Mander. Hij was een textielfabrikant uit Enschede en had ook boerenland. Hij vond dat die eerste kleine tractoren het land onbemand moesten kunnen bewerken. Hij koppelde de tractoren aan een staaldraad die opgerold was op een haspel in het midden. Op deze manier bepaalde de tractor al rijdend zelf zijn reikwijdte. Uiteindelijk kregen de cirkelvormige akkers een doorsnede van ongeveer 365m. Ze zijn nu nog steeds in het landschap te zien en het pad leid je tussen de twee cirkels door. Eigenlijk dus een stukje industriële geschiedenis van een eigenwijze Tukker. Nu wordt het het grootste landschapskunstproject van Nederland genoemd.  Het heidepad brengt ons vlak langs de Duitse grens via een groot beukenbos bij de molen van Bels in Vasse. Het terras blijkt vol of gereserveerd. We zijn echter wel toe aan een koel biertje. Onverwachts worden we in het Twents aangesproken en wordt mijn achternaam genoemd. (ie bint der toch een van …….., goat hier moar effn zittn. Die leu bint dr toch noch nit). Het grote glas glijdt naar binnen en brengt mij bij de ranja met een rietje die ik hier begin zestiger jaren altijd van mijn ouders kreeg. Maar vooruit verder. Eerst moet er een heuvel worden overwonnen en dan is er nog een lange weg naar Ootmarsum.

De Dinkel heeft zijn oorspronkelijke kronkelende gang weer terug gekregen en zijn oevers hebben een wonderbaarlijke schoonheid.

DAG 3: Weer vroeg op in dit stadje dat inmiddels, vooral onder invloed van Ton Schulten, is uitgegroeid tot de Twentse evenknie van Bergen(NH) of Laren en zichzelf een kunstenaarsdorp noemt. In mijn herinnering was het een leuk dorp zonder kunstenaars met een paar cafe’s zoals Ossevoort en hotel van der Maas. Met Pasen bezochten wij de grote paasvuren en waren toeschouwer van het bijzondere traditionele ritueel (vlöggeln) van de Paoskearls. Onze tocht voert ons voor een groot deel direct langs de rivier de Dinkel. Over de brug bij Beuningen staat aan de linkeroever aan het wandelpad een klein houten lessenaartje. Als je het blad opent ligt er een lijstje in met de tekst van het Twentse volkslied en een klein xylofoontje waarboven de notenbalk voor de melodie. Natuurlijk hef ik het lied aan waarvan ik zomaar nog de tekst en melodie ken. Het zullen mijn wortels zijn waarin dit lied is opgeslagen. De Dinkel heeft zijn oorspronkelijke kronkelende gang weer terug gekregen en zijn oevers hebben een wonderbaarlijke schoonheid. Uiteindelijk komen we aan in Oldenzaal. De RK oase in Twente met z’n Plechelmus basiliek en Carmellyceum. Waar ik met mijn ouders altijd de indrukwekkende carnavalsoptocht bezocht. Het was in de eindtijd van de verzuiling de enige plaats in Twente waar carnaval werd gevierd. Het langzaam gegaarde buikspek op een terras aan het marktplein smaakt overheerlijk.

Tijdens fietstochten door de essen plukten we vroeger dikwijls bossen blauwe korenbloemen die in overvloed tussen het koren groeiden

DAG 4: We lopen van Oldenzaal naar Hertme. Het dorp dat in Twente wereldberoemd is vanwege zijn openluchtmuseum waar oorspronkelijk door de dorpelingen ieder jaar rond Pasen de passiespelen werden opgevoerd. De secularisering heeft ook hier zijn werk gedaan. Nu worden er allerlei podiumkunsten beoefend.  Het is een tocht die langs de vele dorpsakkers of ‘eschen’ zoals ze ook worden genoemd. Het woord ‘es’ of ‘esch’ kom je in Twente in allerlei verbanden tegen. Oorspronkelijk waren het akkers buiten het dorp waar de boeren de verschillende soorten graan  verbouwden. Tijdens fietstochten door deze essen plukten we vroeger dikwijls bossen blauwe korenbloemen, die in overvloed tussen het koren groeiden. Nu zijn het bijna altijd monochrome maisvelden geworden t.g.v. de hoge conversiegraad van dit gewas. Hertme bood geen slaapmogelijkheid. We zijn toen maar door gelopen naar Borne.

LAATSTE DAG: De laatste etappe is aangebroken. Nog ruim 10 km naar het station in Almelo. Een beetje eentonig is dit stuk wel. Kilometers lang de Loolee en het Lateraal kanaal. Een laatste stukje nog weer terug langs het Almelo- Nordhorn kanaal en de toren van het station in Almelo komt weer in zicht. Het was een verrassende hernieuwde kennismaking met mijn geboortestreek. Soms leek het of ik voortdurend door een aangelegd park wandelde, waar ik ook was. Al met al een heerlijke wandeltocht van uiteindelijk ongeveer 100 km. In 5 dagen.

Ga voor meer info over het Twentepad en de etappes naar: wandelnet.nl

Kaart Wandelnet.nl

Meer wandel- en fietsinspiratie over Twente op ECKTIV

or

Log in met je gegevens

Wachtwoord vergeten?